Synergie deel 2: De advies- en controletak in de accountancy, synergie of splitsen?
Recent kondigde Ernst & Young (EY) aan dat de consultancytak afgesplitst wordt van de controletak en naar de beurs gaat. En dat terwijl EY jarenlang tegenstander was van zo’n splitsing: door een splitsing zou de kwaliteit van de controle verminderen en de synergie tussen de verschillende onderdelen verdwijnen, maar nu betoogt EY juist het omgekeerde. Volgens prof.dr.mr. Marcel Pheijffer, hoogleraar Accountancy aan de Neyenrode Business Universiteit, heeft EY vooral commerciële motieven voor de splitsing en is het maar de vraag of het EY echt om de kwaliteit van de controle te doen is. Dit is het tweede deel in onze serie over ‘synergie’, lees hier deel 1 over de synergie tussen economie en theologie.
Waarom ineens een splitsing: zijn de voordelen van een splitsing van de activiteiten vanaf nu dan ineens groter dan de nadelen? Is er geen synergie meer? Het ligt er net aan wie je het vraagt. Onder voorwaarden is er wel degelijk synergie tussen de controle- en adviestak, maar deze wordt door allerlei wettelijke beperkingen niet volledig gerealiseerd. EY verwacht daarom dat beide takken harder kunnen groeien als ze zelfstandig verder gaan: de advies- en controletak zijn afzonderlijk meer waard dan in het geheel.
Drie van de Big Four zien het anders
De andere drie grote kantoren zien dit vooralsnog anders. Pheijffer: “Deloitte, PwC en KPMG bepleiten nog steeds vol overtuiging dat er synergie is, zelfs nog nadat de regelgeving om belangenverstrengeling te voorkomen, naar aanleiding van verschillende boekhoudschandalen, aangescherpt werd. De kantoren vonden bijvoorbeeld dat expertise van de consultants makkelijker ingezet kon worden bij controlewerkzaamheden, waardoor de kwaliteit van de controle hoger zou zijn. Ook het zijn van een aantrekkelijke werkgever speelde een rol: medewerkers hebben zo meer mogelijkheden om zich te ontplooien binnen verschillende disciplines.”
Het is vrij simpel. EY heeft louter commerciële motieven voor een splitsing
Voorheen volgde EY dezelfde argumentatie als haar concurrentie, maar sinds kort is het kantoor gedraaid als een blad aan een boom. Wat is er dan veranderd? Pheijffer: “Het is vrij simpel. EY heeft hier louter commerciële motieven voor. De verwachting is dat een zelfstandige adviestak ‘double digit’-groei kan realiseren. Ook de controletak kan harder gaan groeien als de wettelijke beperkingen vanwege mogelijke belangenverstrengeling weg zijn. Met de beursgang van de adviestak kan EY bovendien geld ophalen om investeringen te doen.”
EY spreekt met een gespleten tong
Professor Pheijffer heeft gemengde gevoelens bij deze ontwikkeling. “Ik ben in het algemeen voorstander van een splitsing omdat er dan minder perverse prikkels zijn. De risico’s op belangenverstrengeling worden kleiner. Dat het EY vooral om commerciële motieven gaat, maakt mij alleen wel alert. EY spreekt met een gespleten tong. Daar heb ik recent ook een opinieartikel voor het FD over geschreven. Vroeger beweerde EY dat een (verplichte) splitsing ten koste van de kwaliteit gaat, nu wordt net zo makkelijk beweerd dat de kwaliteit juist hoger wordt. Het geeft mij weinig vertrouwen dat het EY echt om kwaliteit gaat, ze behandelen het onderwerp ‘splitsing’ net hoe het ze uitkomt.”
De hoogleraar Accountancy is daarom absoluut geen tegenstander van splitsing, maar vindt wel dat EY het nodige uit te leggen heeft. “Wat ik bijvoorbeeld zou willen zien van EY is welke maatregelen er genomen worden om de kwaliteit van de controle op orde te krijgen en te houden?” Pheijffer verwacht wel dat andere kantoren uiteindelijk volgen, maar het belangrijkste is dat de kwaliteit van de controle op peil blijft, of de controletak nu wel of niet gesplitst wordt van de adviestak. Pheijffer: “Daar ligt een hele belangrijke rol voor de toezichthouder, de AFM.”
Dit artikel is geschreven door Wilmer Klaassen, student-assistent bij Erasmus Institute for Business Economics (EIBE).