De voorzichtige bedrijfseconoom in crisistijd
Naar aanleiding van de coronacrisis schrijven Ard Jan Biemond, Harry Commandeur en Henri Slob een drieluik over de bedrijfseconomische lessen die we van deze crisis kunnen leren. In het eerste artikel bespreken ze het belang van voorzichtigheid door de bedrijfseconoom in en voor een crisistijd.
Ard Jan Biemond is secretaris bij het Erasmus Economics and Theology Institute,
Harry Commandeur is hoogleraar Industriële Economie en Bedrijfshuishoudkunde aan de
Erasmus Universiteit en Henri Slob is junior onderzoeker bij het Erasmus Institute
for Business Economics.
_____________________________________
Momenteel bevinden we ons in ongekende en onvoorziene economische
omstandigheden. Net als in de Middeleeuwen worden samenleving, bedrijfsleven
en overheid geconfronteerd met de uitbraak van een besmettelijke ziekte
waarvoor geen pasklare oplossing bestaat. Medisch gezien is bestrijding van
het nieuwe coronavirus (nog) niet mogelijk, slechts het ondersteunen van de
zieke en zijn immuunsysteem.
Daarom hebben veel overheden gegrepen naar het al even middeleeuwse middel
van de quarantaine en sociale isolatie. Deze methode remt de verspreiding
van de ziekte af, maar zet daarnaast een even sterke rem op de economische
bedrijvigheid. De economische crisis die in het verschiet lag is daardoor nu
ongetwijfeld begonnen. Hoe deze er precies uit zal zien, zal de toekomst
uitwijzen. Wel is duidelijk dat veel bedrijven met een betere voorbereiding
nu minder schade hadden kunnen lijden.
Wij zullen in een drietal artikelen ingaan op de bedrijfseconomische aspecten
van deze crisis. De crisis is namelijk een goede illustratie van een aantal
economische inzichten. In dit eerste artikel reflecteren wij op het belang
van het nastreven van bevredigende winst om crises het hoofd te kunnen
bieden. Zonder een voorzichtig financieel beleid en het beperken van de
zogeheten hefboom zal een bedrijf geen poot hebben om op te staan in een
crisis. Bovendien kan een bedrijf dat een bevredigende winst heeft
nagestreefd, de kans grijpen om van de indirecte effecten van de crisis te
profiteren.
Voorzichtigheid
Bij het voeren van een bedrijfshuishouding staan van oudsher de beginselen
van goed koopmansgebruik centraal. Een belangrijk begrip hierbinnen is het
voorzichtigheidsbeginsel. Dit houdt in dat inkomsten pas gerekend worden
wanneer ze gerealiseerd zijn, maar dat verliezen al genomen worden zodra ze
verwacht worden. Zodoende rekent het bedrijf zich niet rijker dan het is.
Dat is belangrijk voor de continuïteit van de onderneming. Als zich een
onverwachte crisis aandient, staat een voorzichtig bedrijf niet onmiddellijk
met lege handen. Daarnaast is het nodig om voor moeilijke tijden voldoende vet op de
botten te hebben. Dit wordt enerzijds verkregen door in betere tijden voldoende
winst te halen. Die winst kan vervolgens in de vorm van reserves worden
weggezet, zodat er een buffer is om moeilijke tijden door te komen. Het is
daarom belangrijk om genoegen te nemen met een bevredigend winstpercentage
en een gedeelte van de winst te reserveren voor de toekomst. Zoals Martin
Hoogendoorn (2020) bepleit, is het belangrijk bij het nemen van winst niet
alleen naar de korte, maar ook naar de lange termijn te kijken. Het nemen
van teveel winst op de korte termijn schaadt de winst op de lange termijn.
Het is daarom belangrijk om op de korte termijn voldoende belangen af te wegen.
Hefboom
Uit voorzichtigheidsoogpunt is naast het te nemen winstpercentage ook de
hoeveelheid vreemd vermogen relevant. Het lijkt aantrekkelijk om een
onderneming met veel vreemd vermogen te financieren, omdat het hefboomeffect
dan de ROE verhoogt en dit fiscale voordelen oplevert. Daarnaast zijn de
rentes dermate laag dat lenen (vrijwel) gratis is. Daarom hebben vele
bedrijven een aanzienlijk deel van hun financiering via vreemd vermogen opgebouwd.
Het aantrekken van relatief veel vreemd vermogen is echter risicovol. In
tijden van crisis drogen de inkomsten op, en als de schuldeisers dan hun
rente of zelfs hun geld terug willen zien, dreigt voor de onderneming een
faillissement. Vanuit het voorzichtigheidsoogpunt is het dus beter om slechts
in beperkte mate vreemd vermogen aan te trekken.
Kortom, het voorzichtigheidsbeginsel noopt de bedrijfseconoom tot
genoegnemen met een bevredigende winst, het aanleggen van reserves en het
beperken van vreemd vermogen. De coronacrisis laat zien hoe belangrijk deze
voorzichtigheid is. Deze crisis is een zogeheten zwarte zwaan: de gebeurtenis
zelf was niet te voorzien, maar dat er van tijd tot tijd een dergelijke
gebeurtenis komt, is zeker. Voorzichtige bedrijven nemen voorzorgen en kunnen
zich in alle rust op maatregelen bezinnen, terwijl bij andere bedrijven het
water tot aan de neus komt en een faillissement dreigt.