Het gat in de donut
Regelmatig worden we geconfronteerd met nieuwe ideeën van succesauteurs die beweren een duurzame oplossing te hebben gevonden voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Typisch voorbeeld is het donut-model van Kate Raworth. Geert Janssens vindt het een leuk verhaal, met weliswaar een aantal hiaten. Janssens is hoofdeconoom bij het forum voor geëngageerd ondernemen, ETION.
De donuts van McDonut
In de bestseller ‘Sapiens’ van Yuval Harari vertegenwoordigt Jane McDonut een fictieve banketbakker die een lening bij de bank nodig heeft om haar droombakkerij te kunnen bouwen. Met de vele broodjes (of zijn het donuts?) die ze zal bakken, kan ze haar lening afbetalen. Dit verhaal legt haarfijn uit waarom we de voorbije 250 jaar zo rijk zijn geworden. Onze economie is gebouwd op het vertrouwen dat financiële schulden zullen worden terugbetaald in een imaginaire toekomst met economische groei en ondernemingssucces.
De verdienste van donut- en andere modellen zoals dat van Raworth, is dat ze ons een nieuwe imaginaire toekomst proberen te laten dromen. Een toekomst waarin we minder gehecht zijn aan het puur materiële en aandacht hebben voor wat we echt belangrijk (zouden moeten) vinden, namelijk geluk en welzijn voor iedereen. Het onder controle brengen van het klimaatprobleem is een
belangrijke voorwaarde om die doelstellingen te kunnen vrijwaren. Het donutmodel van Kate Raworth is in dat opzicht een inspirerende metafoor die het gevaar vaan te obsessieve economische groei treffend aan de kaak stelt.
Olifanten in de kamer
Toch blijft veel te wensen over. De mogelijke uitputting van grondstoffen en het thema van de bevolkingsgroei zijn olifanten in de kamer waar Raworth gemakshalve aan voorbijgaat. Het introduceren van een koolstoftaks om ons huidig groeimodel fundamenteel bij te sturen, vergt veel meer aandacht en onderbouw. Raworth geeft zelf toe dat haar ‘model’ geen echte oplossingen aandraagt. Trouwens, de donut is helemaal niet functioneel voor het beeld van een circulaire economie dat sommigen ermee associëren. Het is handig verpakte marketing.
Critici wijzen ook op het gebrek aan overtuigingskracht. Het zou mooi zijn dat alle mensen op aarde zouden denken en handelen in het centrum van de donut. Dat staat symbool voor een rechtvaardige wereld waarin we samenwerken aan de grote uitdagingen van onze tijd. Mooi beeld voor een Hollywoodfilm, maar wat doe je ermee in een wereld met zoveel tegengestelde belangen? Dat ons huidig op groei gebaseerd model niet in staat is om de klimaatopwarming tegen te houden, maakt een ander ‘model’ nog niet beter, laat staan verkoopbaar.
Geen schuldgevoelens
Het vertrouwen in een goede afloop met de lening aan de bakkerij van McDonut is gebaseerd op de veronderstelling dat ze haar uiterste best zal doen om te groeien door zoveel mogelijk echte donuts te verkopen. Precies dat vermogen onderscheidt ons huidige welvaartsmodel van de premoderne tijd (cfr. Harari). Dat streven naar groei serveren als een obsessie, is niet overtuigend, werkt niet verbindend, zeker niet ten aanzien van opkomende- en ontwikkelingslanden die nog minstens 50 jaar nodig hebben om een eigen degelijke infrastructuur op te bouwen. En ook in het Westen komen we er niet met het aanpraten van schuldgevoelens. We moeten positieve verhalen, die duurzaamheid en ondernemerschap met elkaar verbinden, in de schijnwerpers blijven zetten maar ook verder durven nadenken over meer fundamentele ingrepen zoals een koolstoftaks. Enkel op die wijze kunnen we het gat in de donut opvullen.